Saturday, November 15, 2008

Vleis

Een jaar of 4 terug zijn we gestart met het overschakelen van conventioneel naar biologisch boeren. Een van de zaken die we dus niet meer gebruiken is kunstmest. Grond moet echter we gevoed worden en daarom zaaien wij in de winter covercrops die op een natuurlijke manier de grond voeden en de jonge wijnstokken worden "bijgevoed" met koeien mest, de beste voeding ooit uitgevonden. Voor die mest hebben we dus 3 koeien gekocht, die inmiddels al weer kleintjes hebben, want ook een jonge stier werd aangeschaft. De hele familie koe wordt dagelijks vanuit de kraal naar de weide gronden gebracht en s'avonds weer terug. Onze werknemers zijn ook blij want melk is er nu in overvloed! Het stiertje, genaamd balletjie was echter uitgegroeid tot een beest waar zelfs een Spaanse matador uitermate veel respect voor zou hebben. Gevaarlijk dus. Onze beesten hebben een leuk leven, want ze zijn altijd gezellig samen en niet zoals op echte vlees boerderijen gescheiden. Wat echter de laatste tijd ook nog wel een betekende dat ze met z'n allen aan sightseeing deden in Paarl, omdat Balletjie dwars door de hekken heen liep, waardoor onze gehele werknemers equipe erop uit moest om de kudde weer op te zoeken en thuis te brengen. Ook had hij zijn werk gedaan want al de drie koeien zijn wederom zwanger en incest schijnt voor een stier heel normaal te zijn, dus tijd om hem te verkopen of te slachten. Verkoop was niet mogelijk, dus contact gelegd met het abbatoir en de slager in Paarl. Het abbatoir wilde hem wel slachten en de slager wilde wel eens een biologische koe proberen. Hij (de stier) valt morgen om 7 uur, werd mij gemeld door het abbatoir. De middag ervoor hebben we Balletjie naar het abbatoir gebracht, samen met een koe om ervoor te zorgen dat hij braaf mee ging. Dus 's ochtends naar het abbatoir om te kijken of het wel menselijk werd gedaan, je blijft toch een beetje een stadsmens, en omdat wij private waren ging balletjie als eerste. Aan de buitenklant leek het abbatoir een beetje shabby, maar aan de binnenkant was het spic en span. Professioneel en aldus viel hij stipt om 7 uur. Een schot en boem weg, geen krimp meer, snel en zonder lijden of paniek. 3 Dagen later werd hij afgeleverd bij de slager. Goed vlees zei hij. Zijn vader die vroeger ook slager was had twee criteria ontwikkeld om goed vlees te herkennen, de reuk en hoe makkelijk een ervaren vinger het vlees in kan gaan. Weer wat geleerd. Van de week hebben wij met een bezoekende nederlandse restaurateur hier in Paarl onze eerste ossehaas van die plaas gegeten en de werknemers hebben gisteren ieder 1 kilo sausages gekregen, waardoor we gisteren met 17 kilo worst liepen te sjouwen. Dat wordt braaien dit weekend! En zo gaan we voort op onze weg om stap voor stap steeds meer sustainable te boeren.